Veiligheids- en gezondheidsbeleid. Kinderdagverblijf Twinkle 2018

Inhoudsopgave.

Inleiding
Actueel
Continue proces

Voornaamste risico’s met grote gevolgen per ruimte
1 Veiligheid
1.a Leefruimte
1.b Keuken
1.c Entree
1.d Slaapkamer
1.e Sanitair
1.f Kantoor
1.g Buitenruimte
1.h Omgeving

2.Gezondheid
2.a Gezondheidsrisico’s door overdracht van ziektekiemen
2.b Gezondheidsrisico’s als gevolg van het binnenmilieu
2.c Gezondheidsrisico’s als gevolg van het buitenmilieu
2.d Gezondheidsrisico’s ten gevolge van (het uitblijven van) medisch handelen

Omgaan met kleine risico’s
Grensoverschrijdend gedrag
Vierogenprincipe
Plan van aanpak
Achterwachtregeling

 

Inleiding.
Kinderen ontwikkelen zich snel, zijn nieuwsgierig en willen de wereld om zich heen ontdekken. Daarbij zien ze geen gevaar. Hoe ouder kinderen worden, hoe beter ze leren wat wel en niet mag en wat wel en niet gevaarlijk is. Pedagogisch medewerkers kunnen veilig gedrag oefenen met de kinderen. Veel herhalen is nodig. Toch zullen kinderen zich niet altijd aan afspraken en regels houden. Omdat het voor de pedagogisch medewerkers onmogelijk is om elke minuut van de dag alle kinderen in de gaten te houden, is een veilige omgeving van groot belang. Hierbij is er een spanningsveld tussen veiligheid en pedagogische aspecten. Dit spanningsveld moet uitmonden in een goede mix tussen het bieden van veiligheid en het bieden van voldoende uitdaging en voldoende leermomenten. Niet alle veiligheidsrisico’s moeten worden afgedekt, wel moeten de risico’s tot een aanvaardbaar minimum worden gereduceerd en de kans op ernstig letsel voorkomen worden. In een omgeving waar kinderen spelen, wordt niet altijd alles gebruikt waar het voor bestemd is. Dit is een belangrijke reden waarom we moeten zorgen voor veilige producten. Hoe veilig het product echter ook is, als er niet goed mee wordt omgegaan, kan er alsnog een onveilige situatie ontstaan. Juist in een omgeving waar kinderen experimenteren en ontdekken, heeft veiligheid een heel dynamisch karakter. Het gedrag van kinderen in relatie tot de omgeving staat dan ook centraal.

Gezondheid kan vanuit verschillende perspectieven worden bekeken. Naarmate kinderen jonger zijn, zijn ze kwetsbaarder. Er zijn tal van factoren die de gezondheid beïnvloeden. Directe verbanden zijn doorgaans moeilijk aantoonbaar. Kinderen opvangen in een omgeving waarin een goede gezondheid zoveel mogelijk gewaarborgd is, gaat verder dan het voorkomen van kinderziekten. Zelfs als er in een kindercentrum geen zieke kinderen zijn, betekent dit niet automatisch dat kinderen hier niet aan risico’s blootgesteld worden. Ook ogenschijnlijk gezonde kinderen kunnen aan risico’s blootgesteld zijn die een goede gezondheid ondermijnen. Hierbij kunt u bijvoorbeeld denken aan een ongezonde binnen lucht, verbrandingsgassen en zwevende deeltjes microstof; stoffen die op termijn luchtwegaandoeningen kunnen veroorzaken. Er zijn vier categorieën gezondheidsrisico’s , die min of meer direct hun weerslag kunnen hebben op de gezondheid van de kinderen, gedurende het verblijf in een kinderdagverblijf. Het betreft gezondheidsrisico’s door overdracht van ziektekiemen, gezondheidsrisico’s als gevolg van binnen- en buitenmilieu en tenslotte gezondheidsrisico’s ten gevolge (van het uitblijven) van medisch handelen. Verantwoord beleid op het gebied van gezondheid kan als volgt getypeerd worden: het creëren van een situatie waarin betrokkenen gezondheidsrisico’s onderkennen en het handelen erop gericht is om ziekte te voorkomen.

Actueel.
Het veiligheids- en gezondheidsbeleid houden wij actueel door het beleid bij te stellen zodra er aanleiding voor is. Wanneer er bijvoorbeeld sprake is van wijzigingen in de ruimtes van het kindercentrum of gewijzigd gebruik van die ruimtes, bijvoorbeeld bij een verbouwing of als de overheid nieuwe eisen steld aan het veiligheids-en gezondheidsbeleid dan wordt het veiligheids- en gezondheidsbeleid aangevuld/bijgesteld. Ook als blijkt dat genomen maatregelen niet effectief en adequaat zijn of onvoldoende bekend en uitgevoerd worden, is een aanpassing van het veiligheids- en gezondheidsbeleid noodzakelijk.
Jaarlijks wordt er met de oudercommissie overlegd of er zaken zijn die zij missen of graag anders zouden willen zien.

Continue proces.
Het veiligheids- en gezondheidsbeleid is een continue proces. Het opstellen, implementeren, evalueren en actualiseren wordt te allen tijden gedaan en verwacht. In de 6 wekelijkse teamvergaderingen bespreken wij het beleid en kijken we consequent en kritisch naar alle punten. Hierbij worden de ongevallenregistratie en de acties uit de vorige evaluatie’s meegenomen en opnieuw beoordeeld. Ieder jaar wordt het veiligheid- en gezondheidsbeleid en de risico inventarisatie gecontroleerd en bijgewerkt door twee pedagogisch medewerkers waarvan er minimaal 1 houder van het kinderdagverblijf is. Deze inventarisatie wordt ieder jaar door twee andere pm-ers gecontroleerd.
Jaarlijks worden alle protocollen omtrent veiligheid en gezondheid die bijgevoegd zijn in de bijlage (werkinstructies voor schoonmaak werkzaamheden, omgaan met zieke kinderen, overeenkomst medicijngebruik, pestprotocol, voorkomen wiegendood en de huisregels) kritisch bekeken en aangepast waar nodig. Ook deze taak wordt uitgevoerd door de medewerkers die de risicoinventarisatie hebben gecontroleerd.

Voornaamste risico’s met grote gevolgen per ruimte.
Onze visie is dat kwalitatief goede kinderopvang gelijk staat aan kinderopvang met een gezond en veilig klimaat in de breedste zin van het woord. Wij hebben ervoor gekozen om alle ruimten die bij kinderdagverblijf aanwezig zijn en alle handelingen die wij uitvoeren goed onder de loep te leggen en kritisch te kijken wat de gevaren hierbij zijn en hoe wij deze kunnen beperken/voorkomen.
Sommige risico’s komen bij meerdere ruimten voor, denk hierbij aan het stoten tegen radiatoren, het uitglijden of struikelen over oneffenheden etc. We hebben de risico’s echter maar eenmalig genoemd omdat het verder geen gevolgen heeft voor de huisregels en het prettiger wordt om dit beleid te lezen.

1.Veiligheid.

1.a Leefruimte
Kind struikelt over of een oneffenheid of glijdt uit over natte vloer 
Kind bezeert zich aan een oneffenheid 
Kind raakt verstrikt in de koordjes van de raamdecoratie 
Kind botst of valt tegen radiator. Kind struikelt over kinderwagen of door onvoldoende licht 
Kind valt door ruit 
Kind komt met hand klem te zitten tussen de radiator 
Kind komt in contact met elektriciteit
Kind trekt aan electriciteitssnoer en krijgt apparaat op zich
Baby valt uit de box 
Kind klimt uit de box door op speelgoed te gaan staan
Kind zit klem tussen spijlen van de box
Kind stoot zich aan de onderkant van de box
Kind valt uit de kinderstoel
Kind stopt kraaltjes of ander klein speelgoed/voorwerpen in de mond
Speengedeelte wordt van fopspeen afgebeten en kind krijgt deze achter in de keel
Kind krijgt koordje om de nek
Kind verwondt zich aan scherp speelgoed of splinters aan speelgoed
Kind of leidster struikelt over speelgoed
Thee/ koffie van de leidster komt over kind heen
Kinderen botsen tegen elkaar
Kind stikt in stukje eten
Kind botst tegen de deur omdat iemand anders de deur onverwacht opendoet.
Kind wordt aan de handen opgetild en elleboog uit de kom 
Kind heeft toegang tot lotions, alcohol of schoonmaakartikelen

Huisregels met betrekking op de veiligheid in de leefruimte.
Ruim als er gemorst wordt, dit direct op.
Let er op dat je bij het verwijderen van schilderijen en kaarten, ook de schroeven, spijkers en punaises meteen vewijderd.
Controleer bij het openen en sluiten van een deur of de veiligheidsstippen nog goed vast zitten
Leer de kinderen aan om niet achter een deur te spelen.
Leer de kinderen dat ze geen een geintjes en spelletjes bij ramen of deuren mogen uitvoeren.5
Bind de koordjes van de raamdecoratie hoog weg nadat je het rolgordijn omhoog of omlaag hebt getrokken.
Plaats een nieuwe lamp als deze kapot is en kijk dan meteen naar de voorraad. Er moeten minimaal 2 lampen op voorraad liggen. Geef tijdig aan als er nieuwe lampen aangeschaft dienen te worden.
Binnen wordt niet gegooid met speelgoed zodat lampen niet kapot gegooid kunnen worden en er glas naar beneden valt.
Controleer stopcontactbeveiligers regelmatig. Zowieso iedere keer als je een elektrische apparaat insteekt of uittrek.
Stel elektrische apparaten zo op dat ze niet bereikbaar zijn voor kinderen.
Berg schoonmaakmiddelen op in een hoge kast. Als het nodig is dat er iets schoon moet worden gemaakt binnen de openingstijden vul je een emmer met sop en plaats je het schoonmaakmiddel weer terug in de hoge kast. Als er kinderen in dezelfde ruimte verblijven dient de emmer hoog te worden weg gezet.
Tassen van ouders of leidsters mogen niet rond slingeren of op de grond worden neergezet. Deze mogen op kantoor of op de gang worden gezet.
Let erop dat als je meubels verplaatst er nog voldoende loopruimte om meubilair is. Controleer het meubilair regelmatig op splinters.
Haal speelgoed dat als opstapmogelijkheid kan dienen uit de box. Zet oudere kinderen die uit de box kunnen klimmen (vanaf 2,5 jaar) niet meer in de box.
Laat kinderen onder begeleiding de stoel in en uit of de bank op en af klimmen. Leer de kinderen op de juiste manier klimmen.
Let op dat de kinderen in de kinderstoelen een tuigje aan hebben. Zet de stoel vergenoeg van de tafel af zodat de kinderen zich niet af kunnen duwen tegen de tafel.
Controleer speelgoed regelmatig en verwijder speelgoed dat stuk is. Berg speelgoed met kleine onderdelen op in een afgesloten kast/doos. Zorg dat kleine kinderen gescheiden van de grotere spelen als de grote kinderen met klein speelgoed spelen.. De groten kunnen bijvoorbeeld aan de tafel spelen, zodat de kleintjes er niet bij kunnen. Laat de oudere kinderen,als er speelgoed is waar de kleintjes echt niet aan mag komen, er mee spelen als de kleintjes naar bed zijn. Laat grotere kinderen hun speelgoed na gebruik goed opruimen.
Controleer spenen regelmatig controleren op scheurtjes. Geef op tijd aan bij ouders als een speen niet meer veilig genoeg is.
Koordjes en strikjes aan speelgoed mogen niet langer zijn dan 22 cm.
Controleer of stiksel van knuffels en speelgoedbeesten niet los laat.
Gooi speelgoed dat stuk is en scherpe randen heeft meteen weg.
Laat de kinderen het speelgoed na gebruik opruimen. Er mag uiteraard speelgoed op de grond liggen maar zorg ervoor dat er nog voldoende loopruimte is.
Plaats geen opstapmogelijkheden in de buurt van kranen waar kinderen niet hoeven te komen of worden gewassen.
Drink geen koffie of thee als kinderen op schoot zitten. Zet koffie – en theekopjes ver op tafel /aanrecht.
Bekijk, als er veel kinderen tegen een bepaald meubelstuk aan botsen, of de ruimte anders ingedeeld moet worden. En leer de kinderen dat ze binnen niet mogen rennen.

1.b Keuken
Kind loopt brandwonden op door de waterkoker over zich heen te trekken of brandt zich aan hete vloeistof zoals water, koffie en thee.
Kind snijdt zich aan een mes.
Kind opent vuilnisemmer.
Kind trekt plastic zak over het hoofd.

Huisregels met betrekking op de veiligheid in de keuken.
Controleer het fornuisrekje regelmatig. Het moet stevig vast zitten op het aanrecht.
Laat het snoer van de waterkoker of een ander elektrisch apparaat niet los hangen over het aanrecht.
Plaats de waterkoker zo dat een kind er niet bij kan, ver naar achteren op het aanrecht.
Let erop dat je geen opstapmogelijkheden in de buurt van het aanrecht plaatst.
Drink geen koffie of thee als kinderen op je schoot zitten.
Zet thee- en koffiekopjes ver naar achteren op de tafel of het aanrecht.
Berg schil, brood of andere scherpe messen op in het keukenkastje boven de gootsteen. Zorg ervoor dat deze niet in de gewone besteklade terecht komen.
Zorg ervoor dat de keukenkastjes waar de vuilnisemmers in staan altijd goed afgesloten zijn.
Berg pastic zakken op in een kastje met slot.

1.c Entree
Kind krijgt zijn vingers tussen de deur 
Kind rent ongezien naar buiten

Huisregels met betrekking op de veiligheid in de entree.
Kontroleer regelmatig of de veiligheidsstrips op de deuren nog goed bevestigd zijn.
Wijs ouders/bezoekers van Twinkle op het belang van het goed sluiten van de deuren. Met nae de buitendeur!
Kontroleer na binnenkomst of vertrek van ouders/kinderen/andere gasten of de deur goed in het slot wordt getrokken

1.d Slaapkamer
Kind klimt uit bed en valt
Kind komt klem te zitten tussen de spijlen
Kind komt klem te zitten tussen het matras en de bedombouw of tussen het spijlenhek en de bedombouw
Door warmtestuwing raakt het kind overhit
Medewerker of kind stoot zich tegen bed of struikelt omdat het (te) donker is in de slaapkamer
Kind komt onder de dekens of in de dekbedhoes of tegen zijkant terecht
Baby overlijdt aan wiegendood
Kind blijft met kleding aan knop van het bed hangen
Kind bezeert zich aan oneffenheid of scherpe rand van het bed
Kind in onderste stapelbed stoot hoofd tegen het bovenste bed of tegen het dakje van het bovenste bed

Huisregels met betrekking op de veiligheid in de slaapkamer.
Laat kinderen die wakker zijn niet te lang in bed liggen.
Laat geen speelgoed en knuffels in het lage bed liggen die als opstapje gebruikt kunnen worden.
Leg de kinderen in een bed waar ze niet zelf uit kunnen. Komen.
Leg kinderen die de knop van het bed, ter beveigingvan de sluiting, zelf open kunnen krijgen in een laag bedje.
Controleer de sluitingen van het bed iedere keer als je een kindje in bed legt.
Maakt de bedjes kort op, zodat de voetjes tegen het voeteneind liggen.
Laat kinderen zo veel mogelijk in een slaapzak laten slapen.
Zorg voor wisselligging om een afgeplat hoofd te voorkomen.
Stop de dekens en lakens strak in als het kind onrustig slaapt.
Lees een aantal keren per jaar het protocol veilig slapen van kinderdagverblijf Twinkle en volg de instructies op!
Laat een baby altijd op de rug slapen.
Voorkom dat een baby te warm ligt.
Ventileer de slaapkamer dagelijks.
Ga regelmatig kijken op de slaapkamer.
Zet de babyfoon aan als er kinderen in bed liggen.
Laat de kinderen geen wijde pyama’s dragen.
Gebruik geen speenkoorden in bed.
Controleer een houten bed op splinters en verwijder deze door schuren en lakken.

1.e Sanitair
Kind draait zich van aankleedtafel af
Kind valt van het trapje van de aankleedtafel
Kind klautert zonder toezicht op de aankleedtafel
Het mandje met persoonlijke spullen van de kinderen valt van de plank op het kind

Huisregels met betrekking op de veiligheid bij het sanitair.
Let bij de aanschaf van een nieuw kussen voor de aankleedtafel op dat je een kussen met opstaande randen aan de zijkant koopt.
Blijf bij het verschonen van een kind altijd bij het kind.
Leg vooraf alle benodigheden klaar. Als je iets bent vergeten roep je de hulp in van een collega of legt het kind met het aankleedkussen op de grond. Let hierbij goed op dat er geen andere kinderen in de buurt zijn. Als dit niet veilig genoeg is neem je het kind op de arm mee.
Begeleid de kinderen bij het naar boven en beneden klimmen van het trapje bij de aankleedtafel.
Let op dat je de trap weer inklapt als het kind verschoont is.
Kinderen mogen niet alleen de trap op klimmen.
Berg lotions e.d. op in een afgesloten kast zodat kinderen op de aankleedtafel er niet bij kunnen.
Zet het mandje met persoonlijke spullen goed op de plank. Maak het mandje niet te vool en zorg dat zware spullen ergens anders opgeborgen/bewaard worden.

1.f Kantoor
Kind eet medicijnen uit tas medewerker
Kind eet toner van kopieermachine op
Kind stopt kleine voorwerpen in de mond
Kind snijdt zich aan kantoorartikelen

Huisregels met betrekking op de veiligheid op het kantoor.
Berg tassen van leidsters niet naast het poortje op maar achterdoor op het kantoor.
Berg toner van kopieermachine hoog op.
Gebruik geen punaises of andere scherpe materialen.
Berg scherpe kantoorartikelen zoals scharen, briefopeners e.d. opbergen in een hoge kast.
Let bij gebruik van de nietmachine op dat er geen nietjes achterblijven op de grond. Deze loop je mee naar binnen.

1.g Buitenruimte
Kind valt van speeltoestel 
Kind valt door defect materiaal 
Kind blijft met koordje van capuchon hangen
Kind verwondt zich aan scherpe rand van speeltoestel 
Het hek blijft openstaan en een kind loopt de straat op 
Kind bezeert zich aan de omheining
Kind struikelt over een oneffenheid
Kind glijdt uit over een natte plek
Kind rent tegen een obstakel, botst tegen een fiets of wordt omver gelopen
Kind verbrandt zich in de zon

Huisregels met betrekking op de veiligheid in de buitenruimte.
Houd toezicht op de kinderen.
Controleer voordat je de kinderen in de tuin laat spelen of er geen dingen/voorwerpen in liggen die schadelijk kunnen zijn voor de kinderen.
Zorg ervoor dat er voldoende speelruimte is.
Let op verzakte of kapotte tegels. Laat deze recht leggen of laat ze vervangen.
Geef het door als er sprake is van een slechte lechte afwatering.
Strooi pekel bij sneeuw/ijs bij de voordeur zodat ouders veilig naar binnen/buiten kunnen lopen.

1.h Omgeving
Kind moet oversteken tussen geparkeerde auto’s
Kind rent de weg op als het wordt opgehaald
Kind raakt betrokken bij een ongeval bij een uitstapje buiten de deur
Kind struikelt over een boomwortel
Kind bezeert zich aan zwerfvuil

Huisregels met betrekking op de veiligheid in de omgeving.
Houd een veilige routes aan bij het maken van een wandeling. Vermijd drukke straten.
Gebruik een autostoeltje of fietsstoeltje bij een uitje waarbij je de auto gebruikt.
Geef het goede voorbeeld bij uitstapjes buiten het kinderdag verblijf met betrekking tot de verkeersregels, bijvoorbeeld bij het oversteken.
Waarschuw de gemeente als er zwerfvuil wordt gesignaleerd.

2.Gezondheid.
2.a Gezondheidsrisico’s door overdracht van ziektekiemen
Kind komt via hoesten, niezen of ongewassen handen van groepsleiding of andere kinderen in contact met ziektekiemen
Kind komt in contact met ziektekiemen van zieke groepsleiding
Kind komt in contact met pus of vocht uit blaasjes/wondjes van ander kind
Kind komt via snot van een ander kind of door gezamenlijk gebruik van zakdoek, spuugdoek of slabber in contact met ziektekiemen
Kind raakt besmet met ziektekiemen viaeen ander kind of groepsleidster dat met onzorgvuldig of ongewassen handen van toilet komt 
Kind komt door aanraken vuil potje of vuile luier in contact met ontlasting/urine
Kind komt door verontreinigde verschoontafel/aankleedkussen in contact met ontlasting/urine
Kind komt via het afdrogen van handen aan een vuile handdoek of gebruik vuile kraan in contact met ziektekiemen
Kind komt via speelgoed dat wordt meegenomen naar het toilet in contact met ziektekiemen
Kind krijgt door het eten van onhygiënisch bereid voedsel/ flesvoeding ziektekiemen binnen
Kind krijgt gifstoffen of ziektekiemen binnen door het eten van bedorven voeding 
Baby krijgt door ongekoeld meegebrachte borstvoeding ziektekiemen binnen
Kind krijgt ziektekiemen binnen via onzorgvuldig gereinigde fles/speen
Kind krijgt door gebruik andermans drinkbeker, fles of bestek of fopspeen ziektekiemen binnen 
Kind komt door aanraken afval in contact met ziektekiemen
Kind komt via vuile vaatdoek in contact met ziektekiemen
Kind komt door gezamenlijk gebruik van het beddengoed in contact met ziektekiemen
Kind komt via vuil speelgoed, verkleedkleren of knuffels in contact met ziektekiemen
Kind komt via vuile verkleedkleren in contact met ziektekiemen
Kind krijgt ziektekiemen binnen doordat waterspeelgoed aanzet tot het drinken van zwemwater
Kind komt via (uitwerpselen van) ongedierte in contact met ziektekiemen

Huisregels met betrekking op de gezondheidsrisico’s door overdracht van ziektekiemen
Draag altijd zorg voor een goede handhygiëne (zie protocol handen wassen)
Was de handen op cruciale momenten voor het aanraken en bereiden van voedsel, het eten of het helpen bij eten,wondverzorging en na hoesten, niezen en snuiten, toiletgebruik, het verschonen van een kind, het afvegen van de billen van een kind, contact met lichaamsvochten zoals speeksel, snot, braaksel, ontlasting, wondvocht of bloed, buiten spelen, contact met vuile was of de afvalbak, schoonmaakwerkzaamheden
In het geval van buiktyfus, paratyfus, bloederige diarree en open tbc mag de groepsleiding niet komen werken
Dep pus/vocht regelmatig met bijvoorbeeld een wattenstaafje. Dek de wond af . Dek een loopoor af met een steriel gaasje Materialen en oppervlakken die verontreinigd zijn met pus of vocht goed schoon maken
Overdracht van ziektekiemen op andere kinderen worden voorkomen door een aantal dingen te regelen; gebruik eigen handdoek, reinig speelgoed regelmatig,was de handen van de kinderen na krabben aan wondjes en/of blaasjes, gebruik eigen bestek en beker
Draag zelf zorg voor een goede hoesthygiëne, en leer het de kinderen ook aan. Voorkom aanhoesten. ipv. hoest of nies niet in de richting van een ander houd tijdens het hoesten of niezen de hand voor de mond, was na hoesten, niezen of neus snuiten de handen.
Laat kinderen regelmatig hun neus snuiten, gebruik telkens voor ieder kind een schone zakdoek
Gebruik voor ieder kind schone spuugdoekjes/slabbers en ruim doekjes na gebruik op.
Leer de kinderen dat ze na toilet bezoek hun handen moeten wassen en let er op dat de kinderen dit ook daadwerkelijk doen. Leer kinderen hoe ze hun handen moeten wassen (volg hierbij het protocol handen wassen)
Reinig de potjes na elk gebruik.
Gooi vuile luiers direct weg, maak gebruik een gesloten afvalbak.
Reinig de verschoonplek na ieder kind of gebruik een schone onderlegger, vervang aankleedkussen als het tijk gescheurd is.
Gebruik wegwerphanddoeken, pak bij zichtbare verontreiniging én minimaal elk dagdeel een schone handdoek, reinig de kraan (handcontactpunt) minimaal dagelijks.
Voorkom dat kinderen speelgoed mee naar het toilet of de verschoonruimte nemen.
Werk met schoon keukenmateriaal in een schone werkomgeving. 
Berg gekoelde producten na aankoop meteen in de koelkast op. Bewaar gekoelde producten onder 7°C.
Haal producten zo kort mogelijk voor gebruik uit de koelkast.
Gooi gekoelde producten die langer dan dertig minuten buiten de koelkast zijn geweest weg.
Controleer de houdbaarheidsdatum voor gebruik.
Zet na opening de datum op het product.
Afgekolfde moedermelk moet door ouders gekoeld vervoerd worden. Ontdooi bevroren moedermelk in de koelkast of onder de kraan met stromend water van ongeveer 20°C
Accepteer alleen zuigelingenvoeding in poedervorm.
Gebruik flesvoeding tijdens het voeden niet langer dan één uur buiten de koeling en gooi resten flesvoeding weg.
Gebruik eenvoudig te reinigen flessen, geef ieder kind een eigen fles, spoel flessen na gebruik meteen schoon en kook flessen dagelijks gedurende drie minuten uit en spenen dagelijks één minuut.
Reinig drinkbeker/fles na ieder gebruik en geef kinderen per maaltijd eigen servies
Gebruik een pedaalemmer en plaats de pedaalemmers buiten bereik van de kinderen. Maak de pedaalemmers dagelijks leeg.
Spoel de vaatdoek na gebruik met heet stromend water uit en pak bij zichtbare verontreiniging, na vuile kluisjes én minimaal elk dagdeel een schone vaatdoek.
Verschoon zichtbaar vuil beddengoed meteen en gebruik voor ieder kind een eigen slaapzakje.
Reinig zichtbaar verontreinigd speelgoed meteen. Reinig babyspeelgoed dat in de mond genomen wordt dagelijks. Reinig speelgoed dat uitnodigt om in de mond te nemen (bijvoorbeeld een plastic boterham) dagelijks. Vervang beschadigd speelgoed (beschadigd speelgoed is lastig schoon te houden) . Houd speelgoed voor binnen en buiten gescheiden
Was verkleedkleren en knuffels maandelijks op 60°C of eerder iendien nodig. Laat zieke kinderen niet in de verkleedhoek spelen, als dat toch gebeurt: extra wasbeurt.
Kies het juiste speelgoed voor in het badje, geef de kinderen wel eendjes maar geen (drink)bekertjes
Laat kinderen niet eten of drinken in het zwembadje
Weer plaagdieren uit het gebouw door kieren en naden af te dichten. Verpak etensresten en ruim kruimels op. Berg afval in gesloten containers of zakken op. Monteer een vliegenlamp op de plaats waar vliegen het gebouw binnen komen. Ruim uitwerpselen van ongedierte direct op

2.b Gezondheidsrisico’s als gevolg van het binnenmilieu
Kind verblijft in een ruimte die bedompt ruikt, muf ruikt, stoffig of te vochtig of te droog is
Kind verblijft in een te warme of te koude ruimte
Kind wordt blootgesteld aan vluchtige stoffen door het gebruik van spuitbussen, lijm of terpentine.
Kind krijgt schadelijke stoffen binnen via ventilatievoorziening
Kind wordt blootgesteld aan lawaai
Kind verblijft in een vervuilde ruimte doordat schoonmaak ontoereikend is
Kind verblijft in een ruimte tijdens schoonmaakwerkzaamheden

Huisregels met betrekking op het binnenmilieu
De hele dag dient de ventilator aan te staan op de laagste stand (zie foto) en de ventilatieroosters bij de ramen open!
Knop Auto staat dan op 1
De knop die er onder staat helemaal naar rechts, zodoende wordt de lucht van de tuinkant naar binnen getrokken en aan de voorkant naar buiten.

EXTRA VENTILEREN!
Van 12.00u tot 12.30u en van 17.30u tot 18.00u en bij bewegingsspellen dient er even goed doorgelucht te worden. Als het mogelijk is de deuren op het kantoor en bij de kinder-wc open of de ventilator op de 3e of 4e stand.

Plaats een thermostaat of thermometer in elke verblijfsruimte. controleer regelmatig de temperatuur, de temperatuur in de verblijfsruimte mag niet lager zijn dan 17°C en in de slaapruimte niet lager dan 15°C. Stel de temperatuur in de verblijfsruimte op 20°C in en pas het ventilatiegedrag aan wanneer de temperatuur oploopt. Ventileer ’s nachts extra bij warm weer om het gebouw af te koelen
Controleer de luchtvochtigheid regelmatig, streef naar een luchtvochtigheid tussen de 40% en 60%
Let bij de inrichting op de mogelijkheden tot stofnesten (plaats meubilair dicht bij de wanden zodat er geen stof tussen kan vallen of juist verder van de wand zodat er makkelijk schoon gemaakt kan worden). Gebruik zoveel mogelijk gesloten opbergruimtes.
Reinig vloer en meubilair dagelijks. reinig de hoger gelegen oppervlakken wekelijks en reinig de wanden maandelijks.
Gebruik geen spuitbussen (verf, haarlak en luchtverfrissers) in ruimtes met kinderen, werk met de lijm op waterbasis (glutofix) gebruik geen wasbenzine, terpentine, verfafbijtmiddelen of andere chemicaliën met oplosmiddelen waar kinderen bij . Gebruik geen verf, vlekkenwater of boenwas want die kunnen veel vluchtige stoffen afgeven.
Plan luidruchtige activiteiten goed in zodat geluidsoverlast voorkomen kan worden
Overleg met ouders wanneer er incidenteel dieren in het kindercentrum worden toegelaten, doe dit ook bij een bezoek aan een kinderboerderij. Laat kinderen na contact met dieren hun handen wassen
Waarborg een consequente schoonmaak door een schoonmaakschema te hanteren. werk met de peotstlijst in de kast.
Stofzuig op momenten dat er geen kinderen zijn of zet de ramen wijd open tijdens het stofzuigen.
Was dekens maandelijks, dekbedovertrekken en hoeslakens wekelijks of eerder indien nodig.

2.c Gezondheidsrisico’s als gevolg van het buitenmilieu
Kind wordt blootgesteld aan stuifmeel van gras, onkruid of bomen die een allergie kunnen oproepen
Kind wordt gebeten door een teek of wordt gestoken door bij of wesp
Kind verbrandt door de zon of krijgt zonnesteek
Kind droogt uit
Kind raakt onderkoeld
Kind wordt blootgesteld aan verontreinigde buitenlucht

Huisregels met betrekking op het buitenmilieu
Zorg dat kinderen bij wandelingen in bossen of spelen in struiken beschermende kleding dragen (denk hierbij aan dichte schoenen, lange broek en een pet) controleer kinderen op teken en tekenbeten
Beperk in de buitenruimte zoet eten en drinken, vermijd plakkerige handen en monden bij buitenspelende kinderen, gebruik bij buiten drinken rietjes of tuitbekers om te voorkomen dat een bij of wesp in de mond of keel terecht komt.
Richt de buitenspeelplaats zo in dat er voldoende schaduw is, maak bijvoorbeeld gebruik van parasols of zonneschermen.
Let op dat kinderen niet te lang in de zon spelen.
Beperk de duur van het buitenspelen bij extreme hitte en pas het spel aan, zodat grote inspanning wordt vermeden.
Laat kinderen bij hoge temperaturen extra drinken.
Smeer kinderen in met een voor deze leeftijdscategorie bedoelde zonnebrandcrème. Creëer speelplekken in de schaduw,plaats badjes onder een parasol. Gebruik petjes en t-shirts met lange mouwen om kinderen tegen de zon te beschermen.
Beperkt de duur van het buiten spelen bij extreem lage temperaturen en zorg voor goede kleding als het erg koud is.
Hou de kinderen binnen, sluit ramen en deuren en schakel als er aanwijzingen voor luchtverontreiniging zijn een deskundige in

2.d Gezondheidsrisico’s ten gevolge van (het uitblijven van) medisch handelen
Kind krijgt bedorven medicatie of de medicatie verkeerd verkeerd toegediend 
Kind wordt niet of onjuist medisch behandeld door onvolledige of onjuiste medische dossiers
Kind wordt ondeskundig medisch behandeld door personeel
Kind komt via koortsthermometer in contact met ziektekiemen
Kind komt in contact met ziektekiemen via zalf of crème
Kind komt door onhygiënische wondverzorging in contact met andermans bloed of wondvocht

Huisregels met betrekking op (het uit blijven van) medisch handelen
Volg het protocol medicijnverstrekking. Voorkom misverstanden door een schriftelijke overdracht Laat ouders de verklaring medicijnverstrekking invullen. Hier staat tevens op wie de medicijnen verstrekt.
Noteer op de kladblok hoe laat een kind de medicatie moet krijgen en vink af als de medicatie is toegediend zodat wordt voorkomen dat een medicijn twee keer wordt toegediend.
Geef medicijnen niet voor het eerst in kindercentrum, verstrek alleen medicamenten die al eerder thuis verstrekt zijn.
Zorg ervoor een dat het toedienen van medicatie wordt genoteerd op het eigen formulier van het desbetreffende kind in de klapper voor het volgsysteem zodat gezondheidskenmerken en bijzonderheden op dit vlak in het dossier van het kind zijn vastgelegd
Gebruik eventueel hoesjes om te voorkomen dat de thermometer verontreinigd raakt. Reinig de thermometer na gebruik met water en zeep en desinfecteer de thermometer voor en na gebruik met alcohol 70%.
Let op een goede handhygiëne bij het insmeren met crème of zalf . Gebruik spatels, vingercondooms of rubber handschoenen bij het gebruiken van crème of zalf .
Draag wegwerphandschoenen bij elk contact met bloed, wondvocht of lichaamsvocht die zichtbaar met bloed zijn vermengd. Verwijder (gemorst) bloed met handschoenen aan, neem het bloed op met een papieren tissue (maak de ondergrond schoon met wa ter en zeep, spoel het oppervlak schoon en droog na en desinfecteer daarna met ruim alcohol 70%) .
Dek wondjes met een waterafstotende pleister af en verwissel de pleister of het verband regelmatig, doe dit in ieder geval als het doordrenkt is met wondvocht of bloed.

Omgaan met kleine risico’s.
Hoe leren we kinderen omgaan met kleine risico’s?
Door het jaarlijks invullen en evalueren van de risicoinventarisatie zijn wij ons bewust van de gevaren die er kunnen ontstaan in ons kinderdagverblijf
Wij creëren een veilige en gezonde leefomgeving door uiteraard het goede voorbeeld te geven en door te werken volgens de richtlijnen zoals deze vermeld staan in het beleidsplan. Naast het voordoen en aanleren van vaardigheden wordt er ook veel met de kinderen gesproken over wat en waarom wij dingen doen. Bijvoorbeeld; “Ik ga even mijn handen wassen dan kan ik daarna een boterham smeren”.
Wij leren de kinderen om verantwoord om te gaan met de verschillende ruimten, materialen en gereedschappen. Een stuk bewustwording en hoe ze bepaalde practische zaken moeten aanpakken. Hierbij kan worden gedacht aan het aanleren van een juiste klimtechniek bij het op of afgaan van bank of trap of het gebruiken van een schaar. Kortom de kinderen te laten ervaren, en de juiste technieken aanleren maar ook het duidelijk maken van de risico’s.
Een ander belangrijk punt is het bijbrengen van normen en waarden. Naast het verantwoord om gaan met de verschillende ruimten, materialen, gereedschappen is de omgang en kontact met elkaar de leidsters en andere personen minstens net zo belangrijk. Hierbij is diversiteit, respect naar en acceptatie van elkaar een heel belangrijk onderdeel.
Aan leren en ontwikkelen zijn altijd risico’s verbonden en zoals eerder is gezegd maken wij de kinderen daar bewust van. Het is echter erg belangrijk om goed voor ogen te houden dat wij de kinderen dingen op de juiste manier aan willen leren en vooral niet angstig maken met als gevolg dat ze bepaalde dingen niet meer durven te ondernemen en de ontwikkeling stagneert.
Wij proberen op ieders niveau spel aan te bieden dat uitdaagt om de motoriek en de ontwikkeling te stimuleren en in aanraking te komen met verschillende materialen en gereedschappen.
Onze visie is om de kinderen een zo veilig en gezond mogelijke opvang te bieden, maar met overbescherming doen we de kinderen uiteindelijk ook geen goed.
Een bult, een schaafwond of iets dergelijks kan gebeuren. Sterker nog, er zit ook een positieve kant aan:

  • Het heeft een positieve invloed op de motorische vaardigheden
  • Het vergroot zelfvertrouwen, zelfredzaamheid en doorzettingsvermogen
  • Het vergroot sociale vaardigheden

Grensoverschrijdend gedrag.
Grensoverschrijdend gedrag door volwassenen of door kinderen kan een enorme impact hebben op het welbevinden van het getroffen kind. Bij kinderdagverblijf Twinkle heeft dit thema dan ook onze bijzondere aandacht. We hebben de volgende maatregelen genomen om grensoverschrijdend gedrag met elkaar te voorkomen en wat te doen als we merken als grensoverschrijdend gedrag toch voorkomt:
Tijdens teamoverleggen wordt regelmatig over het onderwerp gesproken om zo een open cultuur te creëren waarbij medewerkers elkaar durven aan te spreken.
De Meldcode Huishoudelijke geweld en kindermishandeling wordt nageleefd.
In het pedagogisch beleidsplan hebben we opgenomen dat kinderen wordt geleerd hoe je met elkaar om kunt gaan waarbij respect is voor normen en waarden. Zo weten kinderen wat wel en niet toelaatbaar is, en wat gepast en ongepast gedrag is. 
Daarnaast leren we kinderen dat het belangrijk is dat ze het direct aangeven als zij bepaald gedrag ervaren dat niet wenselijk is. We helpen ze mondiger te maken op momenten dat dit nodig is.
Wij werken met ons pestbeleid.

De volgende maatregelen worden genomen om grensoverschrijdend gedrag te voorkomen:
Alle medewerkers hebben een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG verklaring).
We werken met een vier-ogenbeleid.
Medewerkers kennen het vier-ogenbeleid.
Medewerkers spreken elkaar aan als ze merken dat het vier-ogenbeleid niet goed wordt nageleefd.
Er zijn duidelijke afspraken hoe er gehandeld moet worden als een kind een ander kind mishandelt.
Medewerkers kennen de afspraken hoe er gehandeld moet worden als een kind een ander kind mishandelt.
Er is een meldcode huiselijk geweld en protocol wat te doen als kindermishandeling.
Medewerkers kennen de meldcode en passen hem toe bij een vermoeden van kindermishandeling.
We bespreken regelmatig ons pestbeleid en kijken of dit voldoende wordt toegepast of verbetert moet worden als we de kindbesprekingen houden.

Vierogenprincipe.
Vanaf 1 juli 2013 is het vierogenprincipe verplicht voor de kinderdagverblijven. Dit houdt in dat er altijd een andere volwassene moet kunnen meekijken of meeluisteren met de beroepskracht. Het vierogenprincipe is bedoeld om de veiligheid in de kinderdagverblijven te vergroten. Dit staat in de Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen 2012.
Wij hebben hier invulling aangegeven door onze ruimten te voorzien van camera’s.
Alle beelden kunnen worden teruggekeken door de mederwerkers van het kinderdagverblijf.
De houders van het kinderdagverblijf kunnen ten alle tijden inloggen en meekijken op de groep.

Plan van aanpak.
Wij starten ieder jaar met een uitgebreide risico-inventarisatie. Tijdens een teamoverleg bepalen we welke medewerkers het komende jaar de risicoinventarisatie gaan uitvoeren en gedurende welke periode hieraan wordt gewerkt. Zo is het hele team betrokken bij de inventarisatie en wordt er ieder jaar met een frisse blik naar gekeken. Op basis van de uitkomsten van de risico-inventarisatie maken we een actieplan en een jaarplan op. De voortgang van beide plannen wordt regelmatig geëvalueerd tijdens teamoverleggen. Op basis van de evaluaties wordt het beleidsplan Veiligheid en Gezondheid bijgesteld.

Achterwachtregeling.
Als er maar één medewerker aanwezig is op het kinderdagverblijf hanteren we een zogenaamde achterwachtregeling.
Deze regeling houdt in dat in geval van calamiteiten er een actieve achterwacht beschikbaar dient te zijn die 
– binnen ambulance aanrij-tijden in het kindercentrum aanwezig moet zijn
– is tijdens de openingstijden van het kindercentrum bereikbaar.

Op het kinderdagverblijf hangt bij de telefoon een actuele lijst van mensen die in deze achterwachtregeling zitten.

Verder hebben wij met kinderopvangorganisatie De Dolfijn in Urmond afgesproken dat we elkaars achterwacht zijn. Dit kinderdagverblijf ligt op 5 minuten loopafstand bij ons vandaan. In geval van calamiteiten kunnen wij gebruik maken van de pedagogisch medewerkers van elkaar maar ook van elkaars faciliteiten.

Inzichtelijk.
Het veigheids- gezondheidsbeleid is geschreven met het doel om het kinderdagverblijf gezond en veilig te houden in de breedste zin van de bewoording. Het kinderdagverblijf moet aan alle veiligheidseisen en voorschriften voldoen en huisregels moeten worden nageleefd. De kinderen, medewerkers, ouders en staigiaires moeten veilig zijn en zich veilig voelen. De gezondheid van de kinderen staat op nummer 1 maar ook de sfeer en onderlinge verhoudingen moeten gezond zijn zijn en er moet transparantie zijn in de manier van werken.

Onze visie van dit beleid is dat er kritisch en regelmatig, door iedereen die op het kinderdagverblijf werkzaam is maar ook door de ouders (oudercommissie) gekeken moet worden dat de huisregels en afspraken worden nageleefd. Het is belangrijk om regelmatig samen te zitten en te kijken waar eventuele verbeter/veranderpunten zitten. Zodoende is de betrokkenheid het grootst. Bij het 6 wekelijke overleg wordt er ruimte vrij gemaakt om dit onderdeel te bespreken. Tevens oefenen de medewerkers dan ook om feedback op elkaars werk(houding) te geven.

Om het beleid goed werkbaar en overzichtelijk te houden hebben wij ervoor gekozen om alle huisregels die gemaakt zijn naar aanleiding van de grote risico’s samen te bundelen in algemene huisregels van kinderdegverblijf Twinkle. Deze hangen in de groep en wordt uitgereikt aan stagiaires of medewerkers als ze nieuw zijn in de groep. Verder zorgen we voor een uitgebreide introductie in het veiligheids- en gezondheidsbeleid, met indien nodig eventuele extra instructies. Zodanig dat deze persoon in staat is tot het nemen van maatregelen wanneer dit aan de orde is.

Tijdens het intake gesprek lichten wij de ouders in over onze activiteiten ten aanzien van veiligheid en gezondheid. Zo zijn ouders direct op de hoogte van onze visie ten aanzien van veiligheid en gezondheid.